© Ingrid Bosman

Felix Nussbaum Haus Osnabrück laat je niet los

Het is een museum dat je niet loslaat. In het Felix Nussbaum Haus in Osnabrück sta je oog in oog met de in Auschwitz vermoorde schilder. Dat de somberheid niet het laatste woord heeft is te danken aan Nussbaum zelf, die zaal voor zaal contact blijft maken. Tot voorbij het einde.

Er is geen ontsnapping mogelijk. De zware deur is achter me in het slot gevallen. Kale betonnen wanden rijzen hoog op. De lange, licht hellende gang dwingt me naar dat ene uitgelichte schilderij aan het eind. Ik ben er bijna als ik me een hoedje schrik. Uit een verscholen zijzaal duikt een suppoost op. Hij ziet mijn verwarring en legt vriendelijk uit hoe de routing is bedacht. “Maar u mag natuurlijk uw eigen volgorde kiezen.”

Felix Nussbaum Haus – museum zonder uitgang

Vrijheid is betrekkelijk in de Felix Nussbaum Haus, door architect Daniël Libeskind niet voor niets ‘museum zonder uitgang’ gedoopt. Brute deuren, ongenaakbare wanden, scherpe hoeken, spaarzaam daglicht en vloeren die plots roosters worden, zodat je de diepte inkijkt. De beklemming is overal.
Voordat Libeskind – ook de man achter Ground Zero in New York – het Joodse Museum in Berlijn zou vormgeven ontwierp hij dit complex in Osnabrück. Volgend jaar is het 20 jaar open. De architect wilde dat het gebouw het werk van Nussbaum (1904-1944) zou dragen. In de praktijk versterken ze elkaar tot het uiterste.

Humor verliet hem nooit

Zeker nu de vaste tentoonstelling opnieuw is ingericht. De collectie is uitgedund zodat elk afzonderlijk schilderij de aandacht opeist, en bovendien naar thema gerangschikt, wat zorgt voor een dramatisch effect. Zo spring je heen en weer in de tijd, maar komen de belangrijke thema’s in Nussbaums leven en werk des te sterker naar voren. Zoals Heimat, van de geborgenheid van zijn geboortestad Osnabrück tot totale verlorenheid in de jaren dat hij voor de nazi’s op de vlucht was. De muren die in zijn werk zo’n onheilspellende rol spelen, maar ook de humor die hem nooit verliet, en het verzet dat hij via zijn kunst bleef bieden.

In de talrijke zelfportretten maakt de kunstenaar zaal na zaal contact. Dat is soms confronterend, maar het houdt wat je ziet tegelijkertijd draaglijk. In zijn Zelfportret met theedoek (1936) toont de schilder zich op een bijna tragi-komische manier zo kwetsbaar als het maar kan: met een soepkom als helm en een theedoek als harnas. Een speelgoedridder tegenover een meedogenloze vijand. Afgebeeld door de schilder die niets rest dan zijn kwast.

Kunst overwint het kwaad

Aan het eind van de lange gang uit het begin van dit verhaal wacht het laatste werk dat van Nussbaum bekend is. Triomf van de dood uit 1944. De wereld ligt in puin en de doden, ze dansen door. Het einde van de beschaving, maar toch: dat je hier nu naar dit aangrijpende werk kunt kijken betekent ook dat de kunst het kwaad heeft overwonnen. Zoals Nussbaum zelf zei: “Als ik tenonder ga, laat mijn werk niet sterven – toon het de mensen”.
Zo voelt het ook symbolisch dat dit apocalyptische beeld niet de afsluiting is van de tentoonstelling. Je ziet daarna onder meer nog zijn Zelfportret aan de schildersezel uit 1943, waarin een souvereine Nussbaum laat zien dat hij eerst en vooral kunstenaar is, in welke hoek anderen hem ook drukken. Er is sprake van dat dit schilderij, evenals het Zelfportret met theedoek, verkocht gaat worden door de Handelskamer in Osnabrück die ze in eigendom heeft. Ga ze zien, nu het nog kan.

Optisch spel in oude kerk

Het voelt een beetje dubbel om eenmaal buiten het stadsgewoel op te zoeken, maar het oude centrum  heeft teveel te bieden om links te laten liggen. Ook aan kunst die wat lichter verteerbaar is. De Kunsthalle in de oude Dominicanerkerk is nog tot januari het domein van de Zwitserse kunstenaar Felice Varini. Hij speelt in de monumentale ruimte met rode cirkels – en met de toeschouwer. Daarnaast laat hij geometrische figuren in primaire kleuren ogenschijnlijk ronddwarrelen, totdat de puzzelstukken – als je zelf eenmaal de goede standplaats hebt gevonden – samenvallen met het kruisribgewelf van de kerk. Overrompelend.

Tips:

De expositie in de kerk duurt tot januari 2018.
Meer kunst?
  • BBK Kunstquartier aan de Bierstrasse.

  • Kunstraum (hedendaagse kunst) aan de Hasestrasse.

  • Of StadtGalerieCafé aan de Grosse Gildewart: Kunst, Kaffee und Kuchen (en een goed doel want hier werken mensen met en zonder beperking samen).

  • L + T (Lengermann en Taschenmann) is een luxe warenhuis, al een eeuw in particuliere handen. Het restaurant – met dakterras – is een oase naar Deense designsnit. Met schappelijk geprijsde gerechten, zonder zelfbedieningschaos.

  • Biertje? Bij stadsbrouwerij Rampendahl vloeit huisgemaakt bier uit de tap.

  • Aan de overkant vind je de alte Gaststätte Holling. In de schaduw van de Dominicanerkerk (Kunsthalle) ligt Im Dominikaner aan de…Bierstrasse. In het seizoen Biergarten tegen de kerkmuur.

Het lijkt erop dat u Microsoft Internet Explorer gebruikt als uw webbrowser om toegang te krijgen tot onze site.

Om praktische en veiligheidsredenen raden we u aan een actuele webbrowser te gebruiken, zoals Firefox, Chrome, Safari, Opera of Edge. Internet Explorer geeft niet altijd de volledige inhoud van onze website weer en biedt niet alle benodigde functies.