Speciale tentoonstelling
De regio Osnabrück vormt een eigen, rijk gedifferentieerd streekdrachtgebied. In de tweede helft van de 19e eeuw droegen vrouwen hier op het platteland de zogenaamde Osnabrücker gouden mutsen. Tot 26 oktober toont het Diocesaan Museum Osnabrück in een kleine speciale tentoonstelling Osnabrücker klederdrachtmutsen - de zogenaamde gouden en zilveren mutsen - en hun overleving op kerktextiel.
De representatieve mutsen, versierd met kostbare gouden en zilveren ornamenten, kant en borduurwerk, waren het belangrijkste individuele kledingstuk voor vrouwen. Ze onthulden de familiale status, financiële achtergrond, sociale status en kerkelijke gezindte van de draagster. De basisuitrusting van een boerin bestond uit minstens één gouden muts, één zilveren muts en één rouwmuts. Degenen die het zich konden veroorloven, bezaten zelfs meerdere varianten die naar de kerk en naar festiviteiten werden gedragen.
De tentoonstelling laat ook kerkelijk textiel zien waarop de gouden en zilveren versieringen van de traditionele mutsen werden hergebruikt nadat deze 'Müssen' (mutsen) uit de mode waren geraakt. De appliqués die van de mutsen waren losgemaakt, werden creatief en vakkundig herwerkt op liturgische gewaden, processiebanieren en altaarparamenten.
De tentoonstelling bevat ook enkele mutsen die ontdaan zijn van hun originele sieraden en andere originele materialen. Ze geven inzicht in de fabricagetechniek van dergelijke traditionele kostuummutsen.