Op het 3 km lange pad kunt u op ontdekkingsreis gaan naar het Neolithicum.
Het graf Grumfeld West (9h), gelegen bij de parkeerplaats van de golfclub en daarmee bij het startpunt van de rondwandeling, kan worden beschouwd als het meest indrukwekkende van de megalithische graven langs de Giersfelder Steengrafenweg. De omheining van 32,5 x 3,8 m omsluit twee grafkamers, waarvan de westelijke bijna volledig bewaard is gebleven. Grafgiften werden gevonden in 1982.
Als u nu de rondweg in noordelijke richting volgt, ontdekt u het graf Rickelmann I (9i), dat nog vier van de in totaal acht sluitstenen heeft. De grafkamer is van gemiddelde grootte (12 x 2,4 m). Een rand is niet zichtbaar.
Rickelmann II (9a) had een 14 m lange kamer, waarvan een groot deel van de steunstenen en de dekstenen nog aanwezig zijn, zij het gedeeltelijk verplaatst. De omheining is slechts rudimentair herkenbaar.
Het graf Reincke (9b), romantisch gelegen in het dennenbos, zal in vroeger tijden een vergelijkbare omvang hebben gehad, maar op één na zijn alle sluitstenen verloren gegaan.
Van het graf van Meyer (9c) wordt gezegd dat het ooit een van de grootste en mooiste in de streek was. Slechts bescheiden overblijfselen van deze pracht zijn overgebleven. In 1864 waren negen van de oorspronkelijke misschien 16 dekstenen van de 25 m of langer grote kamer nog op hun plaats. Op het terrein is nog een 30 m hoge heuvel te zien waarin de tombe was ingebed.
Tijdens de planning van de rondwandeling in de jaren 1970 werden ook afzonderlijk liggende grafheuvels in de route opgenomen. De grafheuvel (9d) is 21 m in diameter en 2,10 m hoog. De geïsoleerde ligging doet vermoeden dat hij behoort tot de oudere terptypes uit het late neolithicum (vanaf 2800 v. Chr.) of de vroege tot vroegere bronstijd (2000 tot 1200 v. Chr.).
Het graf Grumfeld Ost (9e) maakt een zwaar verwoeste indruk. Veel stenen zijn verminkt door het stralen. De kamer kan 19 m lang zijn geweest.
Bij nader onderzoek van een andere grafheuvel bleek dat de centrale grafkamer was geconstrueerd als een verkleinde versie van een groot stenen graf. Het was een stenen kist (9f) gevormd door 6 keien van ongeveer 1 m hoog en afgesloten met 3 grote dekstenen. Het dateert uit de Vroege Bronstijd (rond 2.000 v. Chr.), maar de grafheuvel werd ongeveer 1.000 jaar later, tijdens de overgang naar de Late Bronstijd, opnieuw gebruikt voor het bijzetten van een urn.
Tijdens de reconstructie van het gehele grafcomplex werd ook de keiachtige bedekking van het oppervlak van de grafheuvel met kleinere keien tot stand gebracht.
De laatste grafheuvel langs het pad (9g) heeft een zogenaamde topholte - een zekere aanwijzing voor een roofopgraving. Dit is de vroegere uitgravingsschacht, een zogenaamde headcut, die na de uitgraving werd opengelaten.
Een andere mogelijkheid is een wandeling langs de bewegwijzerde 1 km lange route.
Het Stenen Tomben Pad maakt deel uit van de Weg van de Megalithische Cultuur (SMK).