Ben is supergoed in klimmen, heeft altijd 1000 ideeën in zijn hoofd en laat iedereen in het kinderdagverblijf meespelen, zelfs de kleintjes. Ben houdt van aardbeien en spinazie. Maar niet samen. Ben vindt erwten stom. Bijna net zo stom als het feit dat hij altijd als laatste wordt opgehaald van de crèche. Elke dag weer.
Iedereen gaat voor hem naar huis. Erik en Stella en Janosch en Nina en Anton en Neele en Max.
Maar Ben weet waarom. Papa moet overwerken.
En omdat Ben een grote fantasie heeft en de starende blikken van de andere ouders beu is, vertelt hij over alle avonturen die zijn grote, sterke vader beleeft. Hij is de heerser van een groot koninkrijk waar alles is wat je hartje begeert: chocolade, limonade, ijs, pasta! En er komen altijd tralieridders om het koninkrijk te plunderen. Soms verschijnen er zelfs reuzenslangen uit het niets. Maar niemand mag het koninkrijk verlaten zonder naar Bens vader te gaan en te betalen.
De andere kinderen zijn verbaasd! Ben kan zulke mooie verhalen vertellen. En het is eigenlijk stom om altijd als eerste opgepakt te worden ...