Bezoek het eeuwenoude Kasteel Iburg en maak een reis terug in de tijd.
Hoe maakte je eigenlijk indruk op buren en familieleden lang voordat er auto's waren? Een antwoord is te vinden op kasteel Iburg in de "Ridderzaal", een van de jongere kamers in het oude gebouw met zijn barokke interieur. Het plafond is versierd met een schilderij dat wordt beschouwd als "perspectief illusie architectuur" - een zeldzame attractie ten noorden van de Alpen in de 17e eeuw en een van de weinige overgebleven schilderijen in zijn soort. De plafondschildering wekt de illusie dat de toeschouwer in een enorme oude tempel staat, met Zeus, de Griekse vader van de goden, op zijn troon. Een optische illusie die voor de toeschouwer net zo verwarrend is als het hier klinkt.
Aan de muren hangen de portretten van alle bisschoppen uit Osnabrück die tot het einde van de 17e eeuw op kasteel Iburg verbleven. De eerste was bisschop Wiho (gestorven rond 804), een van zijn belangrijkste opvolgers was Benno II, die in 1068 op een oude ruïne het nieuwe Iburg liet bouwen - inclusief de kerk natuurlijk. Hij stichtte ook het eerste klooster en al snel kwamen er vrome benedictijnen in de buurt wonen. De meeste van zijn opvolgers voegden iets toe aan het kasteelcomplex of veranderden het, waardoor de rondleiding een reis door bijna tien eeuwen wordt. Prins-bisschop Philip Sigismund von Braunschweig-Wolfenbüttel was waarschijnlijk de meest gretige bouwmeester, die rond 1600 de kasteelmolen aan de Charlottensee en het jachtslot op de zuidelijke helling liet bouwen, naast het viervleugelige renaissancecomplex, dat vandaag de dag nog grotendeels bewaard is gebleven. De ridderzaal met plafondschildering werd na de Dertigjarige Oorlog door prins-bisschop Franz Wilhelm von Wartenberg toegevoegd.
De Dertigjarige Oorlog eindigde in 1648 met de Vrede van Westfalen, die in Münster en Osnabrück werd uitonderhandeld en afgekondigd. Een van de bepalingen: Katholieke en protestantse prins-bisschoppen wisselden elkaar 150 jaar lang af in het bisdom Osnabrück - zoiets bestond nergens anders. De eerste protestant, Ernst August von Braunschweig-Lüneburg, liet naast de oude kloosterkerk een lutherse slotkerk bouwen - iets dat nergens anders te vinden is. Zijn dochter Sophie Charlotte werd in 1668 in Iburg geboren. Zij zou later de eerste koningin van Pruisen worden. Omdat er ook nauwe banden zijn met de Britse koninklijke familie, bevat een rondleiding door het kasteel van Iburg altijd een paar anekdotes en een beetje roddels over de oude Europese aristocratie.
In 1673 was Iburg overigens niet meer genoeg om een blijvende indruk op anderen te maken: Ernst August liet daarom het stadspaleis van Osnabrück bouwen en verhuisde zijn residentie daarheen.
Het enorme kasteel van Iburg, dat eigendom is van de deelstaat Nedersaksen, herbergt tegenwoordig het kantongerecht, het politiebureau van Bad Iburg, de bouwdirectie van de deelstaat Noordwest en het kasteelmuseum. Toch zijn er nog veel kamers met historische inrichting die bezocht kunnen worden - van de kerker in de donjon tot de woonvertrekken van de bisschop.
Geleide kasteelrondleidingen
April-Oktober: vrijdag-zondag 15:00
November-Maart: zaterdag en zondag 15:00
Aan de muren hangen de portretten van alle bisschoppen uit Osnabrück die tot het einde van de 17e eeuw op kasteel Iburg verbleven. De eerste was bisschop Wiho (gestorven rond 804), een van zijn belangrijkste opvolgers was Benno II, die in 1068 op een oude ruïne het nieuwe Iburg liet bouwen - inclusief de kerk natuurlijk. Hij stichtte ook het eerste klooster en al snel kwamen er vrome benedictijnen in de buurt wonen. De meeste van zijn opvolgers voegden iets toe aan het kasteelcomplex of veranderden het, waardoor de rondleiding een reis door bijna tien eeuwen wordt. Prins-bisschop Philip Sigismund von Braunschweig-Wolfenbüttel was waarschijnlijk de meest gretige bouwmeester, die rond 1600 de kasteelmolen aan de Charlottensee en het jachtslot op de zuidelijke helling liet bouwen, naast het viervleugelige renaissancecomplex, dat vandaag de dag nog grotendeels bewaard is gebleven. De ridderzaal met plafondschildering werd na de Dertigjarige Oorlog door prins-bisschop Franz Wilhelm von Wartenberg toegevoegd.
De Dertigjarige Oorlog eindigde in 1648 met de Vrede van Westfalen, die in Münster en Osnabrück werd uitonderhandeld en afgekondigd. Een van de bepalingen: Katholieke en protestantse prins-bisschoppen wisselden elkaar 150 jaar lang af in het bisdom Osnabrück - zoiets bestond nergens anders. De eerste protestant, Ernst August von Braunschweig-Lüneburg, liet naast de oude kloosterkerk een lutherse slotkerk bouwen - iets dat nergens anders te vinden is. Zijn dochter Sophie Charlotte werd in 1668 in Iburg geboren. Zij zou later de eerste koningin van Pruisen worden. Omdat er ook nauwe banden zijn met de Britse koninklijke familie, bevat een rondleiding door het kasteel van Iburg altijd een paar anekdotes en een beetje roddels over de oude Europese aristocratie.
In 1673 was Iburg overigens niet meer genoeg om een blijvende indruk op anderen te maken: Ernst August liet daarom het stadspaleis van Osnabrück bouwen en verhuisde zijn residentie daarheen.
Het enorme kasteel van Iburg, dat eigendom is van de deelstaat Nedersaksen, herbergt tegenwoordig het kantongerecht, het politiebureau van Bad Iburg, de bouwdirectie van de deelstaat Noordwest en het kasteelmuseum. Toch zijn er nog veel kamers met historische inrichting die bezocht kunnen worden - van de kerker in de donjon tot de woonvertrekken van de bisschop.
Geleide kasteelrondleidingen
April-Oktober: vrijdag-zondag 15:00
November-Maart: zaterdag en zondag 15:00
